
“Dit is niet meer vrijen, dit is geneukt worden”
Als ik over de drempel stap, zie ik dat hij inderdaad heeft opgeruimd en zelfs heeft schoongemaakt. Vaat is afgewassen, in de kamer zijn de stapels kranten verdwenen, Op de schouw staat een stokje wierrook te branden. In het gedempte kaarslicht ziet de grote driezitsbank er minder vaal uit dan gisteren. Ik ga zitten. Ivar komt uit de keuken en drukt een glas rode wijn in mijn handen. “Ik ben nog niet helemaal klaar” verontschuldigt hij zich. Ik laat me in de bank zakken en neem een slok.
Gisteren was het allemaal vanzelf gegaan. Na de zoen, die niet abrupt maar heerlijk langzaam eindigde, had hij me met een zachte blik aangekeken. Ik had er niet van kunnen slapen. Maar vandaag op school had ik hem amper gezien. Ontweek hij me? Zou hij er spijt van hebben? Dan had hij vast de afspraak afgezegd. En hier zit ik nu, toch.
Ik kijk om me heen. Wat een leuk huis. En wat zou ik het graag nog gezelliger maken. Ivar heeft zijn best gedaan, dat moet gezegd, maar het blijft rommelig en donker. Een hol voor een beest.
Mijn blik blijft rusten op de oosterse lamp op de schouw. Als ik Ivar er naar vraag, blijkt dat de lamp niet eens in een antiekwinkel is gekocht, maar dat hij deze zelf heeft meegenomen toen hij door India reisde. Ik slik. Ik ben nog nauwelijks ergens geweest, en deze jongen heeft al als backpacker over de wereld gereisd! Ik voel me klein en onbenullig worden, doe mijn best om mijn jongerenvakanties in Engeland en Duitsland wat interessanter te laten lijken.
Met het bord bonen en tortilla’s op schoot, vertelt Ivar me over het masker uit Indonesië en het wandkleed uit Guatamala. “Maar daar ben ik niet alleen geweest hoor. Ik was met mijn ouders, heb deze ook van hen gekregen als herinnering en souvenir”. Ik knik. Wat lijkt het me fantastisch als je zulke reizen kunt maken met je ouders. Als kind van gescheiden ouders heb ik niet van die bijzondere vakanties gehad. Van sommige kinderen weet ik dat ze juist dubbelop vakantie kregen na een scheiding, maar bij ons werkte dat juist andersom. Mijn ouders waren niet bezig elkaar af te troeven met vakantiebestemmingen en het omkopen van mijn broers en mij. Vrij snel na de scheiding gingen ze allebei hun eigen weg: mijn vader ging keihard werken om de carrière te maken die hij altijd had gewild, mijn moeder stortte zich in een nieuwe liefde. Allebei hadden ze vooral aandacht nodig voor zichzelf. Ik neem het hen niet kwalijk – maar ik ben wel zo snel als ik kon uit huis gegaan.
Inmiddels zijn we van de bank naar de grond gezakt, lege borden naast ons. Ik laat mijn vingers door de rafels van het handgeknoopte vloertapijt gaan. Ivar volgt mijn blik. “Turks” zegt hij. “Maar ik vermoei je natuurlijk met mijn reisverhalen”. Snel haast ik me te zeggen dat dat niet zo is, maar hij wuift het weg. “En ik snap dat ook wel. Maar weet dat ik…. Dat ik liever met jou op reis ga. Te beginnen bij Israël”. Hij legt zijn hand vertrouwelijk op mijn hand en schuift dichterbij. De kriebels in mijn buik verplaatsen zich naar beneden. Ik laat mijn hoofd rusten op de bank, voel dat ik me ga verliezen in het moment. Als Ivar mij naar zich toetrekt, zie ik ineens de Davidsster aan zijn ketting. Daarom dus. Met mijn vingertoppen raak ik de ster, de borstharen erachter, maak ik een extra knoopje los. Deze man heeft alles wat ik wil. Hij is mooi, hij is interessant en creatief. Een tekenaar en gitaarspeler. En hij wil mij! Ik wil me aan hem geven, helemaal, voordat hij zich bedenkt. Ik wil graag geloven dat we samen de wereld over gaan. Maar we beginnen hier, nu, in deze kamer. Het is de angst om hem te verliezen waardoor ik me op hem stort. Als ik hem toelaat, is hij van mij. En ik wil hem. Ik wil zijn interessante leven, zijn afkomst, zijn dromen. Doelbewust rits ik zijn broek open en pak ik hem vast, schuif mijn slipje opzij en leid hem naar binnen. Hij is groot en de eerste stoot is zo krachtig, zo diep, dat ik een forse pijnscheut voel. Maar ik herstel me en laat niets merken. Ik klauw me in zijn rug, we vrijen als beesten, zoals ik het nog nooit eerder heb gedaan.
Erna leunen we weer tegen de bank aan. Ik pak het T-shirt dat Ivar had uitgetrokken om mezelf een beetje mee te bedekken. Ivar heeft een joint gerold maar dringt het mij gelukkig niet op. Ik ben al in een roes van het vrijen. Het was anders. Niet zacht en voorzichtig, zoals mijn vorige vriendje, maar hard en zelfverzekerd. Ik wilde hem, en nog steeds, maar voel me nu zo vreemd. We zitten zwijgend naast elkaar, Ivar heeft ineens een harde blik in zijn ogen. Waarom kijkt hij zo? Deed ik het wel goed? Was het toch niet te snel? Ben ik hem nu al kwijt, nog voordat we een stel zijn? Zijn zwijgen maakt me zenuwachtig. Maar dan staat hij op, drukt de peuk uit en pakt zijn gitaar. Hij gaat op de bank zitten, vlak boven me, en tokkelt wat op de snaren om het instrument te stemmen. Dan zet hij een oud blues-nummer in, zingt zachtjes mee. Hij heeft een mooie donkere stem. Ik trek mijn knieën op, leg mijn hoofd tegen zijn vrije dijbeen, kijk naar hem op. Ik heb altijd al een zwak gehad voor gitaar-spelende jongens.
Behoedzaam legt Ivar zijn gitaar weer neer, kijkt van de bank op me neer en glimlacht. Gelukkig is die harde blik weer verdwenen. Ik laat een zucht ontsnappen en strek me naar hem uit, streel zijn brede schouders. “Dat was mooi…. Jij bent mooi” prevel ik. Ivar schudt zijn donkere krullen en pakt mijn hand, kust één voor één mijn vingertoppen “Jij bent mooi, jij jij” en kust zijn weg omlaag, wint terrein. Ik wil mijn ogen sluiten en me opnieuw overgeven aan hem, maar word dan door hem omhoog getrokken. “Kom….. ik heb boven een bed”.
Hij ondersteunt me richting de trap, mijn blik valt op de wc die zich eronder bevindt en ik maak me van hem los. De wc-bril voelt hard en koud. Ivar hurkt voor me neer en duwt mijn knieën uit elkaar. Als ik me wil afvegen, duwt Ivar mijn hand weg. Hij komt dichterbij en likt mijn lippen. Ik…. ik giechel. Uit verlegenheid, onzekerheid? Zijn handen op mijn heupen draaien me met een ruk om, duwen mijn hoofd ruw naar beneden. Net op tijd kan ik mij vastgrijpen aan de wc-bril. Dan voel ik zijn vingers in mij draaien, maken in rondjes de weg weer vrij. Opnieuw stoot hij diep in me, waarbij hij me gelijktijdig naar zich toe trekt. Ivar markeert zijn terrein, verzet het piketpaaltje opnieuw. Mijn borsten kletsen tegen elkaar aan, mijn haren vliegen wild heen en weer. Dit is niet meer vrijen, dit is geneukt worden. En de slaapkamer boven is nog ver weg.

