
“Weet wel dat ik er GEEN MINUUT korter om ga werken”
Hulpmiddelen. Ik kies een glazen pot waar groenten in hebben gezeten en maak deze goed schoon. Er moeten geen zeepresten achter blijven, straks beïnvloedt dat de uitkomst van de test misschien. Maar als ik eerst in het potje plas en daarna het staafje erin houdt, zit er wel een fractie van een seconde tussen. Zou dat invloed hebben? Ik twijfel, maar zet toch door. Ik kan altijd een tweede test kopen tenslotte.
Zittend op de wc houd ik het potje onder me. Eerst voel ik de plas op mijn hand, daarna weet ik het potje onder de straal te duwen. Het geklater bevestigt dat het me lukt urine in de pot te krijgen. Met natte hand duw ik direct het staafje erin. En dan wachten.
Hoe doen anderen dit? Misschien wel samen. Dan kun je ook samen nadenken over het opvangen van plas, een potje goed zetten of een staafje direct onder de straal krijgen. Ik heb er bewust voor gekozen om dit nu, hier, alleen te willen doen. Ik voel me dan ook niet zo samen met dit plan om zwanger te worden.
Maarten had erin toegestemd, maar wel onder één voorwaarde. Hij had er kennelijk goed over nagedacht want het kwam er direct in een volzin, zonder haperen uit: “Voor mij hoeft het nog niet – ik zou het prima vinden om nog tien jaar te wachten met een tweede. Maar als jij het wél weer wilt, weet wel dat ik er geen minuut korter om ga werken”.
Na een stilte, waarin hij me dringend bleef aankijken herhaalde hij het nog maar eens: “Je staat er dus alleen voor: ik ga geen minuut korter werken als er tweede kindje mocht komen”.
Ik had geknikt, sprakeloos. Op zich was ik blij met deze duidelijkheid. Bij Eva had ik nog gedacht dat we het samen zouden doen: allebei een dag minder zouden gaan werken, de zorg zouden verdelen. Nu wist ik waar ik aan toe was. En toch wilde ik verder: een gezin telt tenslotte meerdere kinderen, het is praktisch gezien het beste als ze dan ook maar dezelfde vader hebben. Op dit moment was Maarten voorhanden en daarmee de meest logische donor voor mijn kinderwens.
Een maand lang hadden we iedere avond, volgens dezelfde stappen, routinematige seks. Tussen ons was de seks ook nooit echt spetterend geweest, maar nu er dwang achter zat was het helemaal fantasieloos. Het maakte mij niet uit want het had een doel. Te midden van alle onzekerheden in mijn leven, had ik immers altijd geweten dat ik moeder wilde worden. Nu ik wist dat die interessante baan er toch even niet inzat, had ik mij vastgebeten in deze missie: het volbrengen van mijn wens om tenminste een eigen gezin te mogen hebben.
Ik tuur op het staafje. Als er een gekleurd streepje te zien is, ben ik zwanger. Het staafje is nog wit. Ik loop met het staafje naar de kamer, bekijk het nogmaals in het daglicht. Heel lichtjes kleurt er een streepje. Het is lang niet zo duidelijk roze als de verpakking zegt dat het moet zijn. Koortsachtig wacht ik langer. Misschien kleurt het staafje nog bij? Of misschien ben ik gewoon maar een beetje zwanger? Ik weet niet of ik nu blij moet zijn of niet. Het streepje is net zo twijfelachtig als ik zelf ben over deze zwangerschap. Als ik al zwanger ben.
Ik weet mezelf twee dagen te beheersen. Daarna voer ik het ritueel nogmaals uit. Er volgt nu een duidelijker streepje. Ik ben dus wel zwanger. Ik kijk naar het staafje en ben blij en verdrietig tegelijk. Ik blijf op de wc zitten tot mijn billen koud zijn. Het onbestemde niemandsland waar je je altijd even terugtrekken kunt.
Eenmaal van de wc, terug in de kamer voel ik me heel duidelijk alleen, alleen met een geheim. Ik ben zwanger en niemand die het ziet, niemand die het weet. Ik zet koffie. Dat smaakt me nog best. Hoe zou deze zwangerschap gaan verlopen? Bij Eva was ik eerst heel misselijk geweest. Ik deed mee met het Moeders voor Moeders project: er stonden van die groene jerrycans in de wc die ik moest vullen met mijn urine de eerste periode. Mijn misselijkheid zat natuurlijk dieper, maar met de geur van die jerrycans die ik door het plastic heen rook, kon het ook niet anders dat ik altijd misselijk was op de wc. Eens in de week moesten de jerrycans naar buiten, op de stoep wachten tot iemand ze zou ophalen. Een oplettende passant wist bij het zien van die jerrycans hoe laat het was. Dat maakte mij toen niet uit: ik wilde van de daken schreeuwen dat ik zwanger was. Nu niet. Nu ga ik ook niet meedoen met het project – dit kindje hou ik nog even voor mezelf alleen.
Maarten vraagt niet of ik al een test heb gedaan. Misschien doet hij dat bewust niet: blij met iedere avond seks zoals nu. Hij weet best dat dit niet zomaar is – toch lijkt hij het los van elkaar te kunnen zien, een hele korte horizon te hebben hierin. Dat zal dan wel weer iets van mannen zijn.
Ik heb geen zin om Maarten te bellen om het nieuws te vertellen. Hij wilde het kindje tenslotte niet. Of nee: hij kon er wel achter staan, maar wilde er geen minuut korter om werken. Wat zoveel betekent als: het kindje mocht dan wel komen, maar hij wilde er geen tijd in investeren. Nee, dan moet ik zeker niet bellen nu. Ik zou een minuut van zijn werktijd afsnoepen tenslotte. Als ik vanavond geen seks wil, weet hij het ook.
Van een ander stel had ik gehoord ik dat ze elkaar de hele dag door berichtjes stuurden. Dat deden Maarten en ik nooit. Eenmaal over de drempel naar buiten, stapten we allebei in onze eigen wereld. ’s Avonds bij het avondeten praatten we elkaar weer bij. Ik had de aandacht tussendoor nooit gemist, totdat ik van hen hoorde dat ze overdag ook elkaar direct betrokken bij wat er gebeurde. Dat had iets heel liefs eigenlijk: alsof je elkaars beste vriend bent.
Onwillekeurig leg ik mijn hand op mijn buik. Daar gebeurt het nu: het delen van cellen, voortdurend, om maar groter te groeien en het leven te omarmen. Jij bent bij mij kleintje. En ik hou nu al van je. Wij gaan het wel redden samen. Als ik vanavond, en de avonden erna, het spel nog even meespeel, hou ik het nieuws voor mezelf. Voor het baby’tje, wat nu nog niet meer is dan een klompje cellen, maakt het niet uit of er wel of geen seks is. Voor mij eigenlijk ook niet. Maar het gevoel dat ik macht heb over belangrijke informatie, geeft mij een onverwachte sensatie. Ik heb me lange tijd niet meer zo machtig gevoeld. Ik ben nu weer met ons tweeën. Ook al sta ik dan alleen in mijn kinderwens nu – ik voel, en ben, niet meer alleen.
