“Jij hebt toch ook leuk werk voor erbij?”
Grootouders rond 75 jaar zijn in een geheel andere tijd, met andere normen en waarden, opgegroeid. Bovenstaande opmerking valt te begrijpen vanuit dat perspectief: in de tijd dat zij jonge ouders waren werden vrouwen ontslagen op het moment dat ze gingen trouwen, was er nog geen kinderopvang en werden vrouwen nog niet als “handels bekwaam” gezien: tot 1971 stond er zelfs in de wet dat de man “het hoofd van de echtvereniging was” en de vrouw hem “gehoorzaamheid was verschuldigd” (zie Sophie van Gool, Waarom vrouwen minder verdienen, 2021).
Het is stuitend om je te realiseren dat het nog maar zo kort geleden is dat vrouwen openlijk als minderwaardig werden neergezet. Er is gelukkig veel veranderd – maar toch zitten denkbeelden erg vast in het DNA van onze samenleving. Vrouwen worden nog altijd als minder capabel gezien en doen veelal het onzichtbare, onbetaalde en onderbetaalde werk. Onze economie is nog altijd gebaseerd op het kostwinnaarsmodel waarbij het gunstiger is dat de één voltijd en de ander deeltijd gaat werken. Vrouwen mogen “leuk werk hebben voor erbij” maar hun primaire taak ligt toch wel bij het opvoeden van de kinderen (want dat kunnen ze toch beter dan mannen?). Kinderen meer dan drie dagen naar een BSO laten gaan, wordt in Nederland “zielig” gevonden – en zo helpen we allemaal mee aan het in stand houden van een systeem waarbij vrouwen een stapje terug doen als er kinderen worden geboren.
En natuurlijk: dat mag ook. Zorgen voor kleine kinderen, voor ouders of anderen is heel waardevol. Het punt is alleen, dat dit niet wordt erkend als zodanig: welvaart wordt in onze samenleving nog altijd gekoppeld aan economische groei, waarbij het onbetaalde werk niet wordt meegerekend. En dat terwijl iedereen weet dat de samenleving niet kan functioneren zonder het onbetaalde werk dat wordt gedaan. “Laten we ons dus niet langer afvragen waarom vrouwen zogenaamd niet werken, maar waarom we hen niet betalen” (Sophie van Gool).
Ik wil een stap verder gaan: een samenleving waarin het werk van vrouwen niet serieus wordt genomen, is funest voor het ontwikkelen van het volwaardig zelfbeeld van vrouwen. Het is niet voor niets dat zoveel vrouwen onzeker zijn: er wordt op alle fronten te weinig waarde gehecht en erkenning gegeven aan het werk dat vrouwen doen (of het nu om vrouwenvoetbal, mantelzorg of schoonmaakwerk gaat).
In onderstaand fragment lees je hoe Anne er moeite mee heeft dat ze niet voor vol wordt aangezien: ze werkt deeltijd in een onderbetaalde baan waar ze niet echt trots op is, maar wat de beste optie was naast het moederschap. Als persoonlijke behoeften echter worden ingeslikt, leidt dat tot een verstilling in een huwelijk – waarbij Anne niet meer weet waar ze eigenlijk staat.