
“We dragen ons lot zwijgend en onafhankelijk van elkaar”
Sommigen beweren dat ieder huwelijk een houdbaarheidsdatum heeft: er komt namelijk altijd een moment dat je niet meer verliefd bent. In het beste geval is er een “houden van” voor in de plaats gekomen, gekenmerkt door gewenning, rust en vertrouwdheid. In het slechtste geval ben je na verloop van tijd gewoon vergeten waarom je ooit verliefd bent geworden op de ander: de irritatie staat inmiddels voorop, je leeft langs elkaar heen om maar zo min mogelijk in elkaars vaarwater te zitten. Nog een stapje verder en je gaat de ander ontlopen.
Het komt vaker voor dan je denkt. Ik heb er geen onderzoek naar gedaan, maar als ik om me heen kijk zou ik bijna beweren dat minstens de helft van de stellen van middelbare leeftijd in die fase zijn beland. Er lijkt verdraagzaamheid te zijn maar onderhuids smeult het. Er wordt geen ruzie meer gemaakt omdat de strijd na jarenlange ruzie is opgegeven…. wat overigens niet betekent dat de strijdbijl begraven is – juist niet. Er is geen compromis gesloten, men is niet tot elkaar gekomen. Achter het wegslikken van het niet-begrepen-voelen, zit een torenhoge frustratie. Het zorgt voor een stilte die dan “te snijden” valt, voor ogen die wegdraaien als de ander in beeld komt. Als de moeite niet meer wordt genomen om elkaar te vertellen wat je dwars zit, dan is er ook geen geloof meer in de liefde of dat het ooit nog goed zou kunnen komen. Langzaamaan kom je dan in een volgende fase van je huwelijk: je drijft van elkaar weg en de liefde droogt op.
Het proces gaat zo langzaam dat het soms moeilijk is om er precies de vinger op te leggen wanneer het begon. Misschien begon het wel op die avonden dat je steeds vaker besloot om niet meer gelijktijdig naar bed te gaan. Of op die avondjes uit die ineens niet meer samen werden beleefd, maar los van elkaar met vrienden en vriendinnen. Of bij de geveinsde hoofdpijn omdat er geen zin meer is in intimiteit. De vragen die je elkaar plichtmatig stelt zonder dat er echte aandacht is voor het antwoord. Jonge ouders kunnen zich nog verschuilen achter de kinderen die ineens al hun energie en tijd innemen. Oudere stellen moeten concluderen dat hun huwelijk op een dood spoor is beland.
In onderstaand fragment lees je hoe Tessa verkrampt in het bijzijn van de man met wie ze inmiddels bijna vijventwintig jaar samen is. Houden van is volhouden geworden – waarbij ze de vraag niet aan zichzelf durft te stellen hoe lang ze dat nog kan.

